Goed geregeld: is uw regelgeving nog actueel?
Regelgeving opstellen is een vak apart. Uitdagend, maar soms ook ingewikkeld. Als regelgeving eenmaal in werking is getreden, bepalen nieuwe prioriteiten het werk. Maar is de huidige regelgeving na verloop van tijd nog steeds actueel? Mogelijk is de hogere centrale regelgeving gewijzigd of wordt nieuwe wetgeving voorbereid waardoor een lacune of strijdigheid op decentraal niveau is of gaat ontstaan.
Nieuwe centrale regelgeving
Er is veel nieuwe wetgeving in voorbereiding. Onder andere wetten die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wijzigen, zoals de vierde tranche Awb en de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Om tijdig voorbereid te zijn op nieuwe regelgeving is het belangrijk het eigen regelingenbestand te screenen op strijdigheid met die nieuwe regelgeving. Waar mogelijk en gewenst kunnen dan wijzigingen worden doorgevoerd in de eigen regelingen.
Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht
Een van de wetsvoorstellen die de Awb wijzigt is de vierde tranche Awb. Deze vierde tranche stelt nieuwe regels over bestuurlijke geldschulden, handhaving en attributie.
De Awb geeft straks allerlei algemene regels over de inhoud van een beschikking, betaling, verrekening, voorschot, verzuim, wettelijke rente, verjaring, aanmaning en invordering. Op een aantal punten wordt ruimte gelaten om in een verordening bepaalde aspecten nader of zelfs in afwijking van de regeling in de Awb te regelen. Zo wordt het mogelijk een andere betalingstermijn te regelen dan de standaardregeling in de Awb (artikel 4.4.1.3). Verrekenen van een geldsom kan voor zover daartoe bij wettelijk voorschrift is voorzien. In een verordening kan dan vervolgens – indien wenselijk – de bevoegdheid tot verrekening geregeld worden. De inwerkingtreding van de vierde tranche kan dus vooral gevolgen hebben voor subsidieverordeningen, handhavingsbesluiten en diverse geldschulden van en aan de overheid.
Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Ook de wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen wijzigt (onder andere) de Awb. De nieuwe dwangsomregeling regelt dat een aanvrager een bestuursorgaan in gebreke kan stellen als dat orgaan niet tijdig beslist op een aanvraag. Volgt er binnen twee weken na die ingebrekestelling geen beschikking, dan verbeurt het bestuursorgaan (in beginsel) automatisch een dwangsom. Een redelijke haalbare beslistermijn is uiteraard van belang bij het voorkomen van dwangsommen.
Het komt voor dat de in een decentrale regeling neergelegde beslistermijn niet een redelijk haalbare beslistermijn is. In dat geval, lopen overheden straks het risico regelmatig een dwangsom te verbeuren.
Dienstenrichtlijn
Op 6 juni heeft de ministerraad ingestemd met het wetsvoorstel Dienstenwet. De Dienstenwet moet naast andere (komende) regelgeving de Dienstenrichtlijn implementeren. De Dienstenrichtlijn heeft als doel binnen de Europese Gemeenschap een echte interne dienstenmarkt tot stand te brengen. Maatregelen van lidstaten die de vrije vestiging van dienstverrichters en het vrije verkeer van diensten belemmeren, moeten worden weggenomen.
Screening
De naderende inwerkingtreding van de genoemde wetgeving maakt dat het eigen regelingenbestand gescreend moet worden. Het moet duidelijk worden of de verordeningen aansluiten bij de algemene regels in de vierde tranche Awb. Dit geldt natuurlijk ook voor beleidsregels, uitvoeringsbesluiten en protocollen waarin procedureafspraken zijn neergelegd. Waar strijdigheid ontstaat of afwijken mogelijk en wenselijk is, kan een en ander met een wijzigingsbesluit tijdig worden aangepast. Het verbeuren van dwangsommen kan worden voorkomen door het wijzigen van de beslistermijnen in de eigen regelgeving. Ook daarvoor is het screenen van het eigen regelingenbestand noodzakelijk.
Uit de Dienstenrichtlijn volgt een verplichting voor de lidstaten tot het ‘screenen’ van de eigen regelgeving op mogelijke belemmeringen. De bevindingen moeten zij neerleggen in een screeningsverslag. Uiterlijk 1 september 2008 moet de screening zijn afgerond.