Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Aanbestedingsrecht en contractenrecht

Op 18 oktober 2006 is het voorstel voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bij de Tweede Kamer ingediend. Er wordt naar gestreefd deze wet op 1 januari 2008 in werking te laten treden. In de organisatie van betrokken bestuursorganen moet nog het één en ander gebeuren om de inwerkingtreding zo soepel mogelijk te laten verlopen (zie voor de volledige tekst van het wetsvoorstel Kamerstukken II 2006/07, 30 844, nr. 2).

Uitgangspunt

De Wabo integreert circa 25 vergunningen, ontheffingen en toestemmingen tot één omgevingsvergunning. De vergunningaanvraag kan worden ingediend bij één loket, er is sprake van één bevoegd gezag en er wordt één besluit genomen. Het is de bedoeling dat hiermee de dienstverlening aan burger en bedrijf verbetert. Dit zal ook leiden tot een vermindering van de administratieve lasten. Voorts is het de bedoeling om organisatieverbetering en samenwerking binnen en tussen overheden te stimuleren.

Inhoud

De Wabo kent zowel een systeem van volledige integratie als een systeem van ‘aangehaakte’ vergunningen. Bij volledige integratie gaat een aantal bestaande toestemmingen geheel op in een omgevingsvergunning. Het gaat om gevallen waarin er altijd sprake is van plaatsgebonden activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving en er een grote kans is op samenloop van verschillende toestemmingen. Te denken valt aan de sloopvergunning op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bouwvergunning op grond van de Woningwet en de milieuvergunning op grond van de Wet milieubeheer. Ook bepaalde vergunningen die krachtens provinciale en gemeentelijke verordeningen verleend worden, vallen onder de omgevingsvergunning. Voorbeelden hiervan zijn de reclamevergunning en de kapvergunning. Een aantal wetten en verordeningen kent toestemmingen die niet per se plaatsgebonden zijn en waarbij niet altijd sprake is van samenloop met andere toestemmingsvereisten. Voor zover echter wel aan deze eisen wordt voldaan, worden deze toestemmingen bij de omgevingsvergunning aangehaakt. Te denken valt aan een ontheffing van het verbod van het lozen van afvalwater op grond van de Wet milieubeheer.

Bevoegd gezag

In principe is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het betrokken project in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd het bevoegd gezag om te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat Gedeputeerde Staten van de betrokken provincie dan wel de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beslissingsbevoegd zijn. Als een aanvraag wordt ingediend bij een niet bevoegd bestuursorgaan, bestaat een doorzendplicht. Het is de bedoeling dat een aanvrager terecht kan bij één loket, ongeacht de inhoud van de gevraagde omgevingsvergunning. Uitgangspunt is dat vanaf de inwerkingtreding van de Wabo de mogelijkheid bestaat om een aanvraag digitaal in te dienen. Op termijn is het de bedoeling dat alle aanvragen op grond van de Wabo elektronisch worden ingediend. Dit vergt aanpassingen bij de betrokken overheden.

Aanvraag en voorbereidingsprocedure

Naast een aanvraag om een volledige omgevingsvergunning is het ook mogelijk om een deelvergunning dan wel een gefaseerde vergunning aan te vragen. Wat betreft de voorbereidingsprocedure sluit de Wabo met haar reguliere dan wel uitgebreide procedure aan bij de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bij de uitgebreide procedure (afdeling 3.4 Awb) geldt een beslistermijn van zes maanden die eventueel met zes weken verlengd kan worden. Overschrijding van deze beslistermijn leidt niet tot een sanctie. Bij de reguliere procedure geldt een beslistermijn van acht weken die ook met zes weken verlengd kan worden. Als deze termijn overschreden wordt, is de vergunning conform aanvraag, van rechtswege verleend. Deze vergunning kan, tenzij er bezwaar is aangetekend of sprake is van ernstige nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving, niet meer gewijzigd of ingetrokken worden. Voor het bevoegd gezag is het dus van belang om de beslistermijnen goed in de gaten te houden.

Aandachtspunten

Vóór de inwerkingtreding van de Wabo is het zaak dat er bij de betrokken bestuursorganen enige veranderingen doorgevoerd worden. Zo moeten de medewerkers bij wie de vergunningaanvraag binnen komt een brede kennis op hoofdlijnen hebben van alle onderwerpen waar een omgevingsvergunning op kan zien. Ook moet in de gaten gehouden worden gehouden of de aanvraag wel bij het juiste bestuursorgaan is binnen gekomen. Als dit niet het geval is moet de aanvraag onverwijld doorgezonden worden. Ook op het gebied van ICT dienen allerlei aanpassingen te worden gedaan, zodat het op termijn mogelijk is dat alle aanvragen elektronisch worden ingediend. Het bevoegd gezag dient de beslistermijnen in de gaten te houden om zo te voorkomen dat een vergunning van rechtswege wordt verleend, die bij een tijdige behandeling niet verleend zou zijn.

Ontvang onze publicaties

Ontvang ons cursusaanbod

Volg ons op social media

Gerelateerde publicaties

Begrotingssubsidie: recht op mededinging, het vervolg!

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Bestuursrecht
Geschreven door: mr. Charissa Smith In onze publicatie van 5 juli 2024 hebben wij een overzicht gegeven van verschillende uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over…

Begrotingspostsubsidie: recht op mededinging?

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Bestuursrecht
Geschreven door: mr. Charissa Smith Een begrotingspostsubsidie is een subsidie zonder wettelijk voorschrift, waardoor er geen subsidieregeling hoeft te worden opgesteld. Uit de wetgeschiedenis blijkt dat de noodzaak voor een…

Eerdere publicaties

Geen eerdere publicaties beschikbaar.

Latere publicaties

Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Aanbestedingsrecht en contractenrecht
Aanbestedingsrecht en contractenrecht