Einde tijdelijke aanstelling wegens arbeidsconflict
Wanneer is een bestuursorgaan gehouden een tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd na afloop van de gestelde termijn te verlengen of om te zetten in een vaste aanstelling? Biedt het bestaan van een arbeidsconflict voldoende grond een ambtenaar geen nieuw dienstverband aan te bieden? En kan mediation daarbij uitkomst bieden? Deze vragen zijn aan de orde geweest in een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
De casus
Een onderwijsstichting stelt een docent aan in tijdelijke dienst voor de duur van één jaar. Als reden voor de tijdelijkheid van de aanstelling wordt aangegeven dat de docent (nog) niet beschikt over een wettelijke onderwijsbevoegdheid. De docent haalt zijn onderwijsbevoegdheid, maar de stichting besluit desondanks de tijdelijke aanstelling van de docent niet te verlengen of om te zetten in een vaste aanstelling. Volgens de stichting is sprake van een voortdurend en onoplosbaar arbeidsconflict, waardoor de stichting niet gehouden is de docent een nieuw dienstverband aan te bieden. De docent is van mening dat door het behalen van de onderwijsbevoegdheid de grond voor een tijdelijke aanstelling is vervallen en hem daarom een vaste aanstelling moet worden verleend.
Verderop in deze Update: wie kreeg in deze casus gelijk van de Centrale Raad van Beroep?
Einde van rechtswege: bezwaar en beroep mogelijk?
Een tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd van een ambtenaar eindigt van rechtswege. Dat wil zeggen dat ontslag niet verleend hoeft te worden. Wel moet de werkgever de ambtenaar tijdig meedelen dat zijn aanstelling niet verlengd wordt of anderszins wordt voortgezet. Enkele rechtspositiereglementen, zoals die van de gemeente Amsterdam, bevatten hiervoor termijnen. Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep staat tegen de mededeling dat de tijdelijke aanstelling niet wordt verlengd of omgezet in een vaste aanstelling bezwaar en beroep open (onder meer CRvB 2 december 1999, TAR 2000/25).
Rechterlijke toetsing
Wat is het uitgangspunt bij de beoordeling of de werkgever gehouden is de ambtenaar na afloop van een tijdelijke aanstelling een nieuw dienstverband aan te bieden? Vaste jurisprudentie is dat de werkgever niet gehouden is die aanstelling na afloop van de gestelde termijn te verlengen of om te zetten in een vaste aanstelling. Dat is alleen anders als er een verplichting bestaat tot voortzetting van het dienstverband, dan wel het niet verlengen in strijd zou komen met enige regel van ongeschreven recht (CRvB 5 juni 2003, TAR 2003/171).
Het is van belang te weten dat de rechter bij de beoordeling van het niet voortzetten van een proeftijdaanstelling een andere toets hanteert. Als het gaat om het niet verlengen of omzetten van een tijdelijke proeftijdaanstelling, beoordeelt de rechter of de werkgever in redelijkheid heeft kunnen komen tot het oordeel dat de ambtenaar niet heeft voldaan aan de in redelijkheid te stellen eisen en verwachtingen (bijvoorbeeld CRvB 22 mei 2008, LJN: BD3382).
En hoe zit dat bij een tussentijdse beëindiging van een tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd? In dat geval toetst de rechter of de werkgever een redelijke grond heeft voor de beëindiging van de aanstelling. Afhankelijk van de reden voor de tijdelijkheid van de aanstelling (bijvoorbeeld ter vervanging van een zieke ambtenaar of voor de duur van een opleiding) toetst de rechter of de tussentijdse beëindiging redelijk is (zie bijvoorbeeld CRvB 26 juni 2008, LJN: BD6274).
Terug naar de casus
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat de tijdelijke aanstelling van de docent bij het behalen van de onderwijsbevoegdheid niet van rechtswege wordt omgezet in een vaste aanstelling. Met het argument dat sprake is van een langdurig arbeidsconflict heeft de werkgever het niet voortzetten van het dienstverband voldoende gemotiveerd. Hierbij vindt de Centrale Raad van Beroep van belang dat de werkgever heeft geprobeerd door middel van mediation met de ambtenaar tot een oplossing van het arbeidsconflict te komen. Het afbreken van de mediation is volgens de Centrale Raad van Beroep dan ook niet aan de werkgever te wijten, omdat de ambtenaar gesprekken in het kader van een mediationtraject zelf heeft afgezegd (CRvB 13 januari 2008, LJN: BC4316).
Conclusie
Wanneer een tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd van een ambtenaar van rechtswege eindigt, toetst de rechter of een verplichting bestaat tot voortzetting van het dienstverband en of het niet verlengen in strijd zou komen met enige regel van ongeschreven recht. Bij het van rechtswege eindigen van een proeftijdaanstelling beoordeelt de rechter of de werkgever in redelijkheid heeft kunnen komen tot het oordeel dat de ambtenaar niet heeft voldaan aan de in redelijkheid te stellen eisen en verwachtingen. Uit de besproken uitspraak blijkt dat in geval van een ernstig en onherstelbaar arbeidsconflict de werkgever in redelijkheid kan besluiten de ambtenaar geen nieuw dienstverband aan te bieden, mits geprobeerd is tot een oplossing van het conflict te komen. De inzet van mediation is hierbij niet verplicht, maar kan een goed middel zijn om tot oplossingen te komen en draagt, ook bij het niet slagen daarvan, bij aan de dossieropbouw.
Tip
Wacht bij een arbeidsconflict met een medewerker niet op het van rechtswege eindigen van de tijdelijke aanstelling voor bepaalde tijd. Neem tijdig maatregelen om te komen tot een oplossing van het conflict door bijvoorbeeld de inzet van mediation. Kijk daarbij eventueel ook naar de mogelijkheden om in geval van een ernstig én onoplosbaar gebleken arbeidsconflict de tijdelijke aanstelling tussentijds te beëindigen. Let bij het tussentijds beëindigen van een tijdelijke aanstelling wel op het gebruik van de juiste opzegtermijn en zorg dat de ontslaggrond voldoende onderbouwd is.