Fusie van gemeenten: gevolgen voor de gemeenschappelijke regeling?
Een gemeentelijke herindeling heeft gevolgen voor de gemeenschappelijke regelingen waaraan de fuserende gemeenten deelnemen. De gevolgen zijn afhankelijk van de vraag met wie de nieuwe gemeente wordt gevormd. Er kunnen zich twee situaties voordoen. In de eerste situatie omvat de nieuwe gemeente alle gemeenten die in het verleden ook deelnamen in de gemeenschappelijke regeling. In de tweede situatie fuseren enkele (maar niet alle) deelnemers tot een nieuwe gemeente, dan wel fuseert één deelnemer met een niet aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeente.
Wet algemene regels herindeling
De Wet algemene regels herindeling (de Wet Arhi) regelt dat in de eerste situatie de gemeenschappelijke regeling vervalt op de datum dat de nieuwe gemeente gevormd is. Dit ligt voor de hand als een gemeenschappelijke regeling een samenwerkingsverband betreft. Wanneer alle deelnemers aan de regeling worden samengevoegd tot één gemeente, is niet langer sprake van een samenwerkingsverband. In de tweede situatie blijft de gemeenschappelijke regeling ongewijzigd van kracht onder voorwaarde dat in een periode van zes maanden na de vorming van de nieuwe gemeente de deelnemers de gemeenschappelijke regeling checken op mogelijke gevolgen van de fusie voor de regeling en zonodig voorzieningen treffen.
Mogelijke gevolgen
Het fuseren van één of meerdere deelnemers dan wel het fuseren van één deelnemer met een niet-deelnemer kan onder andere gevolgen hebben voor het takenpakket van de gemeenschappelijke regeling, de verdeelsleutel op basis waarvan iedere deelnemer bijdraagt in de kosten van de gemeenschappelijke regeling, de wijze waarop dienstverlening aan de burger plaatsvindt en eventueel vragen oproepen over wat nog de meerwaarde is van deelname aan de gemeenschappelijke regeling. Voor wat betreft het takenpakket is het mogelijk dat indien een deelnemer fuseert met een niet-deelnemer bepaalde wettelijke taken van de niet-deelnemer door de fusie van rechtswege worden overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Op grond van de Wet Arhi is het namelijk verplicht om in de herindelingsregeling een gemeente aan te wijzen die in de plaats treedt van de op te heffen gemeente(n). In artikel 41, vierde lid van de Wet Arhi is bepaald dat bij het treffen van voorzieningen in de periode van zes maanden na de vorming van de nieuwe gemeente afgeweken mag worden van de artikelen in de gemeenschappelijke regeling die gaan over toetreding, uittreding, wijziging en opheffing. Op deze wijze worden eerdergenoemde wettelijke taken van de niet-deelnemende gemeente van rechtswege overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Om (politieke) redenen kan dit onwenselijk zijn. In de herindelingsregeling kan in dat geval bepaald worden dat de nieuwe gemeente niet in de plaats wordt gesteld van de op te heffen gemeente. De op te heffen gemeente treedt dan uit de gemeenschappelijke regeling. Ook kan er voor gekozen worden om de aan de gemeenschappelijke regeling over te dragen taken en bevoegdheden aan te passen. De toetreding van de nieuwe gemeente dan wel de uittreding van de opgeheven gemeente heeft gevolgen voor de wijze waarop de kosten van de gemeenschappelijke regeling zijn verdeeld. De oorspronkelijke verdeelsleutel zal moeten worden aangepast.
Een ander gevolg van de gemeentelijke herindeling kan zijn dat de dienstverlening aan de burger wijzigt. Hierbij kan gedacht worden aan het hebben van meerdere contactpunten voor bijvoorbeeld de sociale dienst. Indien een gemeente, voorafgaand aan de herindeling, meerdere contactpunten had en door de herindeling toetreedt tot de gemeenschappelijke regeling, dan kan het voorkomen dat deze contactpunten samengevoegd moeten worden tot één punt. De dienstverlening aan de burger kan in dat geval in de knel komen en de vraag kan rijzen wat de meerwaarde is van (voortzetting van) deelname aan de gemeenschappelijke regeling.
Conclusie
Het fuseren van gemeenten heeft vele gevolgen. Ook voor de gemeenschappelijke regelingen waaraan zij deelnemen. Het is van belang tijdig de gevolgen van zo'n fusie goed in kaart te brengen. Fuserende gemeenten moeten zich realiseren dat het mogelijk is dat op grond van de herindelingsregeling en de Wet Arhi taken van een niet aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeente van rechtswege kunnen worden overgedragen aan de gemeenschappelijke regeling. Indien dit om (politieke) redenen ongewenst is, is het mogelijk de op te heffen gemeente te laten uittreden dan wel de nieuwe gemeente in de plaats te stellen van de op te heffen gemeente en de gemeenschappelijke regeling aan te passen.